zondag 18 januari 2009

Emotieloos

Uit de blik in je ogen had ik moeten opmaken wat er in je omging. Een blinde kon het zien. Maar omdat een aanval van acute emotieloosheid me voor de zoveelste keer in zijn greep hield, maakte ik er helemaal niets uit op. Behalve het feit dat je naar me keek, dan. En dat de wal onder je rechteroog donkerder was dan die onder je linker. Dat deelde ik je dan ook mee. Op het toontje dat ik zo goed van Jan Becaus heb afgekeken. Al zeg ik het zelf.

Soms heb ik echt respect voor de kalmte die je steeds opnieuw aan de dag weet te leggen. Ik zou het, achteraf gezien, wanneer ik weer normaal kan denken en voelen, namelijk volkomen begrijpen dat je antwoord op die volledig misplaatste mededeling zou hebben bestaan uit een goedgeplaatste rechtse. Maar in plaats daarvan haalde je voor zowat de vierduizendtweehondervijfenzestigste keer sinds je me kent diep en dapper adem en deelde je me rustig mee dat die wallen er steeds donkerder uit beginnen zien omdat ik je je slaap niet gun met mijn kuren en dat je rechteroog waarschijnlijk gevoeliger is dan je linker. En nog steeds drong het niet door. Eigenlijk zou je me die rechtse best wel mogen verkopen op zo’n moment. En als iemand je zijn linkerkaak biedt… Het komt erop neer dat ik, achteraf gezien, wanneer ik weer normaal kan denken en voelen, wel inzie dat mijn reactie weer niet correct was. Ik weet wel dat een glimlach een warme blik terug verdient en een traan een troostend woord. Dat weet ik allemaal wel. Ik weet alleen niet goed hoe ik die dingen in praktijk moet omzetten. Meestal heb ik pas door dat je verdrietig bent wanneer je na een tijd weer lacht. En sinds die ene keer, toen je opnieuw en nog harder dan eerst in gele snotter en zout vocht bent uitgebarsten, vraag ik eens je terug lacht nooit meer naar het waarom van je verdriet. Ook al heb ik daarom op die ene keer na nog nooit geweten wat je dwars zat. Het grootste deel van de tijd zit ik daar niet mee in en ben ik al lang blij dat je met een natte glimlach verklaart dat ik je als geen ander kan opbeuren. Dat betekent namelijk dat ik een verborgen talent heb. Iets waar ik op heldere emotionele momenten best trots op ben.

Maar toch heb ik soms het gevoel dat die rake rechtse niet onverdiend zou zijn. Al was het maar omdat mijn linkeroog dan even donker omrand zou zijn als het jouwe.

Geen opmerkingen: