zaterdag 10 september 2011

De man met de buil 8

Terwijl Bubbles allerlei spullen van de rekken molenwiekt, lopen haar twee handlangers met een rode, stoffen zak onder de arm naar de uitgang. De grootste heeft een legerbroek aan met een spannend groen shirt erboven en heeft schouders die eruit zien als een stormram. De kleinste is gedrongen en heeft een enorme tatoeage over de hele lengte van zijn arm en een glinsterende ketting aan zijn versleten jeans. Onderweg trapt de lange op iemands been. De man die aan het been hangt springt kermend recht en begint een huppeldans om zijn eigen as. Gealarmeerd brult Bubbles dat hij onmiddellijk terug moet gaan liggen. De man wankelt wat, maar hinkelt uiteindelijk gewoon verder. Daarop richt Bubbles haar geweer op het plafond en lost ze een schot. Een echt.

Plots merk ik dat mijn buik tintelt. Dit gevoel heb ik al die jaren gemist. Later zullen de beelden van de bewakingscamera tonen dat ik plots een gelukzalige glimlach op mijn gezicht krijg, alsof ik een openbaring heb gehad. En dat is precies wat er gebeurde.

Terwijl alle aanwezige vrouwen, Bubbles inclusief, in koor beginnen gillen word ik ondergesneeuwd door neerdwarrelende kalk. De lange buldert door het gegil heen dat Linda – Bubbles heet eigenlijk Linda – godsamme moet kalmeren en mee naar buiten moet komen. De kleine is nergens meer te bekennen. Ik hoop maar dat ze een vluchtauto hebben. Met mijn handen in mijn zakken sta ik te wachten tot Linda het op een lopen zet. Hier heb ik al die tijd op gewacht: haar te zien wegrennen op die maffe schoenen van haar. Helaas is dat buiten mevrouw gerekend. Ze drukt de loop van de revolver tussen mijn schouderbladen en sist: “Meekomen, mannetje.”

2 opmerkingen:

bram zei

Waar blijft die roman!?

Veerle zei

Oei, een roman... Daar moet ik nog eens over nadenken!