maandag 16 juli 2012

Boire comme un trou

Vrees niet, we gaan verder in het Nederlands. Ik wilde jullie bovenstaande uitdrukking echter niet besparen, aangezien die zo mooi past bij de Champagnestreek. Want ook al ga je er niet heen met de bedoeling je te bezatten, je kunt niet ontkennen dat hier heel wat alcohol aanwezig is. En bubbels. Veel bubbels.

Als je een volledige vakantie in de Champagnestreek plant, heb je tijd voor de Champagneroute. Deze route van om en bij de 500 kilometer loopt door de departementen Marne en Aube. Vanuit Troyes reden we vorige lente een stukje door de wijngaarden. Je komt nu en dan voorbij een champagneboer, en met wat geluk is die thuis. Een aanrader voor wie tot rust wil komen.



De grote champagnehuizen vind je echter in Epernay: Moët et Chandon, Mercier, Perrier-Jouët, Vranken/Demoiselle en de Castellane, dat ik bezocht. Vanaf de toren, die oorspronkelijk bedoeld was als watertoren, heb je een mooi uitzicht op de omliggende wijngaarden en het stadje. In de kelders liggen zo'n 8 miljoen flessen opgeslagen. Zoals ik al zei: veel bubbels. Die bubbels mag je na afloop proeven tijdens een degustatie. Tien euro voor een bezoek aan het museum en de toren, een rondleiding van een half uur een een glas champagne dat honderd meter verder acht euro kost, dat is een mooie deal.


Om de twee jaar viert het dorpje Ay het eerste weekend van juli koning Henry IV. Die kreeg in de 17e eeuw de raad van zijn dokter om wijn uit de Champagnestreek te drinken in plaats van die uit Bourgogne, omdat die eerste lichter was. Pas later werd die wijn champagne. Op zich een niet zo feestelijke gebeurtenis, maar toch zetten alle kleine champagnehuizen hun deuren open voor het publiek. De reden laat zich raden. Henri IV kan eigenlijk hun rug op, bevestigde een buurtbewoonster me. De champagne verkocht lange tijd minder goed, en daar moest iets aan gedaan worden. Een drankfestijn was de gedroomde oplossing. Maar ik moet het hen nageven: ze kleden het mooi in. Als je reserveert, kun je in elk champagnehuis terecht voor een Franse maaltijd vergezeld van, u raadt het, champagne. Franse chansons, vuurwerk, een stoet waarin de Steltenlopers van Merchtem en andere zusterstadjes de show stelen - je moet enkel gaan zitten en genieten.


Reims (uitspreken als rainser maar zonder de -er, of pronounced friends without f, zoals de Engelsen zeggen) is de hoofdstad van de Champagnestreek. De kathedraal is daar mooier dan die in Parijs, beweren de inwoners. Omdat de Notre Dame de Reims vorig jaar 800 jaar bestond, maakten knappe koppen een lichtspektakel dat deze zomer wegens groot succes hernomen wordt. Elke avond, behalve op maandag, kun je om 23u gaan bekijken hoe het gebouw er 800 jaar geleden uitzag, toen het volledig beschilderd was. Opnieuw een halfuur lang genieten, als je geen bange hond aan de leiband hebt die kost wat kost weg wil lopen. Het symbool van de stad, l'Ange au sourire, bevindt zich net als in Dijon op de muren van de kathedraal. Ze gaf me alvast een thumbs up voor mijn eerste vakantie alleen.

Geen opmerkingen: